De soep van het leven

De soep van het leven

Bijna altijd zit hij daar.
Onder het afdak in de tuin van het verzorgingshuis.

In zijn rolstoel. Met een sigaartje.
Huub, 92 jaar.

Regelmatig ga ik even bij hem zitten.
Zo ook enkele weken terug.

We raakten in gesprek over bijna een eeuw leven.

“Het leven gaat voorbij in een zucht”, zei hij.

“Eerst waren de kinderen klein, toen waren de kinderen groot.
Toen waren de kleinkinderen klein, nu zijn de kleinkinderen groot.

En mijn vrouw, zij is al zestien jaar dood.

Het leven is voorbij, voordat je er erg in hebt. Geloof me, het is bijna iets om over te lachen.”

“Is er iets dat je anders zou hebben gedaan?”, vroeg ik hem.

Met alle tijd van de wereld dacht hij na.
Zijn hand wrijvend over zijn kin. Twee, bijna drie minuten lang.

“Ik zou mij minder druk hebben gemaakt. Behoorlijk minder zelfs.

Begrijp mij niet verkeerd.
Ik zeg niet dat ik mij niet druk zou maken.

Een mens moet zich in het leven druk maken.
Want als je dat niet doet, gebeurt er niets. Dat is nou ook niet de bedoeling.

Maar als ik terugkijk, heb ik mij op veel momenten veel te druk gemaakt.
Een hoop zaken baarden mij vooraf meer kopzorgen dan achteraf nodig bleek.

Je zou kunnen zeggen dat ik mijzelf de soep van het leven te heet heb opgediend.

Dat heeft mij een hoop tijd en energie gekost, die ik beter had kunnen besteden.
Zeker nu ik ervaar hoe snel de tijd is voorbijgegaan.

Daarmee heb ik niet alleen mijzelf, maar ook mijn gezin tekortgedaan.

Dus jongeman, het is de kunst om de soep op het juiste moment op te dienen.”

Meer artikelen